Basisregels 9-ball

Fouls (fout)
  • De witte speelbal of een objectbal uit de tafel stoten;
  • De speelbal met iets anders dan de pomerance raken;
  • De speelbal twee keer raken;
  • De speelbal ‘duwen’ i.p.v. stoten;
  • Geen band raken, nadat de objectbal geraakt is (zonder dat een bal in een pocket verdwijnt)
  • Een foul wordt altijd bestraft met een ball-in-hand, de speelbal mag op elke plaats op de tafel worden neergelegd. Een speler mag nooit twee keer.
  • Ballen die van tafel zijn verdwenen, danwel gepot met een foul of uit de tafel gesprongen, komen niet terug. M.u.v. de 9-ball als deze niet rechtmatig is gepot.
  • De beurt eindigt als een speler een bal mist of een foul maakt.
pooltafel1

Doel van het spel is op een geldige manier de 9-ball te potten. Bij 9-ball dient altijd eerst de laagst genummerde bal op tafel te worden geraakt, gebeurt dit niet is het een foul. Ook hoeft een speler ballen niet van tevoren te callen. Bij een ball-in-hand direct na de break hoeft in tegenstelling tot 8-ball, de speelbal niet vanuit de kitchen gespeeld te worden.

Begin van het spel
  • De ballen 1 t/m 9 worden in een ruitvorm opgelegd, met de 1-ball voor op de footspot en de 9-ball in het midden. Andere ballen willekeurig.
  • De speler stoot op vanachter de headstring en moet de voorste 1-ball raken.
  • Tenminste vier genummerde ballen moeten na de break een band raken.
  • Heeft de speler één of meerdere ballen gepot mag hij doorspelen, zoniet is de tegenstander aan de beurt.
  • Pot een speler de 9-ball bij de break, heeft hij direct gewonnen. Valt echter ook de speelbal of gaat deze van tafel dan komt de 9-ball terug op de footspot en krijg de tegenstander ball-in-hand.
  • Bij de eerste stoot na de break heeft de speler die aan de beurt is de mogelijkheid om een ‘push out’ te spelen. Dit wordt gedaan als de speler geen mogelijkheid heeft om de 1-ball (of, als de 1-ball tijdens de break verdwenen is, de laagstgenummerde bal op tafel) te potten of safe te leggen. De ‘push out’ moet tevoren worden gecalled en de speler hoeft hierbij geen band te raken, mag wel alle ballen raken en zelfs potten
  • Als bij een ‘push out’ of bij een foul de 9-ball van het speelveld gaat, wordt deze ‘gespot’, d.w.z. dat hij terugkomt op de spot, of zo dicht mogelijk bij de spot op de headstring als er een bal in de weg ligt.
  • Wanneer een speler 3 beurten achter elkaar een foul maakt, verliest hij het frame. Als een speler op twee fouls staat, dient de tegenstander de speler erop te attenderen dat hij op twee fouls staat. Doet hij dit niet, blijft de tegenstander op twee fouls staan.